Door Jim Frielink

De rechtbank Amsterdam op 7 juni 2018 uitspraak gedaan in een zaak van een cliënt van ons. De rechter heeft de boete voor de verhuur van airbnb met 50% gematigd, omdat de rechtbank vond dat er sprake was van bijzondere omstandigheden.

Wel woningonttrekking

De gemeente vond het niet aannemelijk dat onze cliënt feitelijk woonde op het adres vanwege de beperkte hoeveelheid persoonlijke spullen. Hoewel deze constatering volgens cliënt onjuist is, gaat de rechter mee in het oordeel van de gemeente dat er sprake was van woningonttrekking. De rechtbank acht de gemeente daarom bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen.

Matigen van boete

De rechtbank was gelukkig wel van mening dat de gemeente de boete had moeten matigen. Onze cliënt had de woning slechts eenmaal verhuurd, en werd geconfronteerd met dubbele woonlasten. De gemeente had de eerste en enige betalende gasten aangetroffen in de woning. Volgens de rechtbank kon deze zeer beperkte verhuur een boete van maar liefst € 20.500,- niet billijken en matigde zij de bestuurlijke boete met 50% tot € 10.250,-.

Bijzondere omstandigheden

Matiging kan in het geval van bestuurlijke boetes voor woningonttrekking in Amsterdam alleen plaatsvinden indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. De bestuurlijke boetes zijn immers door de gemeenteraad goedgekeurd en daarmee is er (in theorie) al rekening gehouden met het evenredigheidsbeginsel waar normaliter iedere bestuurlijke boete aan getoetst kan worden.

Indien er echter bijzondere omstandigheden worden aangetoond heeft het bestuursorgaan of de bestuursrechter wél de mogelijkheid om een gefixeerde boetes te matigen (tot nihil). In het onderhavige geval was er volgens de rechtbank sprake van bijzondere omstandigheden en werd er gematigd. Een situatie die niet veel voorkomt vanwege de onmogelijkheid om de hoogte van de boete te toetsen aan het evenredigheidsbeginsel.

Hoger beroep

De gemeente Amsterdam heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Wij zien dit hoger beroep met vertrouwen tegemoet. Wordt dus ongetwijfeld weer vervolgd…