Door onze advocaat vakantieverhuur Dennis Coppens.

Gerechtelijke uitspraken rondom vakantieverhuur blijven elkaar in hoog tempo opvolgen. Nu is er wederom een uitspraak over AirBnB van de rechtbank Amsterdam. En ook deze keer krijgt de gemeente gelijk bij een zaak over de ‘illegale’ vakantieverhuur van een woning via AirBnB.

De feiten

De eigenaar bezat een heel pand dat in twee (grote) appartementen gesplitst was. De meneer stond ingeschreven op het appartement dat de begane grond en de eerste etage besloeg. Zijn vrouw en kinderen stonden ingeschreven op het adres dat de tweede, derde en vierde verdieping besloeg van hetzelfde pand.

De controle door de gemeente

De eigenaar verhuurde de ruimte op de eerste etage aan 4 toeristen via AirBnB. De gemeentelijke handhavers belde aan en de zoon van de eigenaar kwam uit het raam hangen. De zoon gaf aan om zijn vader erbij te roepen. Daarna bekijken de toezichthouders het gehele pand. Zij stellen dat de woning op de eerste etage uitsluitend ingericht is voor de toeristische verhuur. Dit blijkt uit het feit dat er geen persoonlijke spullen staan. Op de overige verdiepingen vinden zij wel veel persoonlijke spullen en treffen zij een ‘levendig ingerichte woonvertrekken’.

De overtreding

De eigenaar krijgt een boete van € 13.500 (thans zou dit € 20.500 zijn geweest) vanwege het onttrekken van een woonruimte.

Kennelijke verspreking

Een goed verweer voeren is lastig voor de eigenaar. Hij heeft immers tijdens het bezoek van de toezichthouders verklaard dat hij met zijn gezin op de bovenste etages woont. Nu komt hij terug op deze stelling. Hij zou verkeerd begrepen zijn. De rechter gaat niet mee in dit verweer en stelt dat er in beginsel van de verklaringen van de toezichthouders mag worden uitgegaan.

Videobewijs om bewoning aan te tonen

Het sterkste bewijs dat de eigenaar levert is een door hem gemaakte video. Op deze video-opname is te zien hoe hij de woning voor het eerst weer binnen mag na het bezoek van de toezichthouders. De eigenaar verbreekt de verzegeling die de toezichthouders hebben aangebracht en loopt rechtstreeks naar een kast. Hij filmt hoe hij deze kast opent. In deze kast zitten allerlei persoonlijke spullen van de eigenaar. Kleding, toiletspullen, administratie en keukenspullen. Daarmee zou volgens de eigenaar aangetoond zijn dat hij wel degelijk woonde op de begane grond en eerste verdieping. Hij had alleen zijn spullen opgeborgen in de kast.

Bewijs van woningonttrekking is snel geleverd volgens de rechtbank

De rechtbank gaat niet mee in het verweer van de eigenaar. Hetgeen uit de video blijkt is tegenstrijdig met de verklaring van de eigenaar zo stelt de rechtbank. Ook blijkt uit de video niet dat de spullen van eiser zijn zo meent de rechtbank. Hoewel het de spullen van de eigenaar kunnen zijn, kan het er ook op wijzen dat er iemand anders op de eerste verdieping woonde. Derhalve is er sprake van woningonttrekking en is de bestuurlijke boete voor verhuur via AirBnB rechtmatig, aldus de rechtbank.

Conclusie

Deze laatste overweging van de rechtbank is enigszins verwarrend. De eigenaar wordt verweten dat hij een woning aan de woningvoorraad onttrekt. Indien iemand anders in de woning zou wonen, dan zou er geen sprake meer zijn van onttrekking. Het onttrekken van een woning is immers niet gelijk met het niet zelf wonen in een woning. Een betere onderbouwing van haar beslissing had de rechtbank hier niet misstaan.

De zaak toont ook aan dat het videobewijs van de eigenaar niet tot vernietiging van het bestuurlijke boetebesluit kan leiden. Toch zou dit in andere gevallen, waarin bijvoorbeeld de tegenstrijdige verklaring niet aanwezig is, wél tot de vernietiging van de boete kunnen leiden. Wordt ongetwijfeld weer vervolgd…