Door onze advocaat bestuursrecht Jim Frielink

Vandaag heeft de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, uitspraak gedaan in een zaak tussen de gemeente Amsterdam en een man en vrouw die hun woningen via airbnb verhuurden.

Geen persoonlijke spullen

In beide gevallen kwam de gemeente tot de conclusie dat hoewel de eigenaren ingeschreven stonden op het adres, zij daar niet feitelijk woonachtig waren. Volgens de gemeente waren er geen persoonlijke spullen in de woning aangetroffen.

Geen persoonlijke spullen = woningonttrekking

Zoals bekend is de aanwezigheid van persoonlijke spullen voor de gemeente Amsterdam een belangrijke aanwijzing dat de woning niet permanent bewoond wordt en indien een woning niet permanent bewoond wordt mag deze ook niet via de vakantieverhuur-regeling worden aangeboden op bijvoorbeeld Airbnb. Hier leest u uitgebreid over de regels voor vakantieverhuur in Amsterdam.

Raad van State corrigeert gemeente Amsterdam

In deze uitspraak stelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State echter vast dat de gemeente onvoldoende onderzoek heeft verricht in de woning. De gemeente heeft zich vooral gebaseerd op de verklaringen van de aanwezige toeristen. De toezichthouders hadden volgens de RvS de woning beter moeten doorzoeken en bijvoorbeeld laden en kasten moeten openmaken.

Gevolgen voor de praktijk?

Zoals we al eerder schreven zijn rechters soms streng als het gaat om de bewijslast bij woningonttrekking. De hierboven besproken zaak speelde echter al vanaf 2015. Onderhand verricht de gemeente ook al beter onderzoek en documenteren de toezichthouders alles goed, ook door middel van een ruime fotoreportage van de woning die zij bezoeken. Voor nieuwe gevallen kan de uitspraak daarom mogelijk minder relevant zijn.

Conclusie

De uitspraak laat m.i. zien dat de bewijslast van de gemeente toch weer wat hoger komt te liggen. In veel zaken die ik voorbij zie komen wordt vrij snel aangenomen dat er sprake is van woningonttrekking en derhalve een zeer hoge bestuurlijke boete mag/moet worden opgelegd. Juist bij bestuurlijke boetes moeten er hoge eisen aan de bewijslast worden gesteld, hetgeen gelukkig in deze zaak is gebeurd.