Heeft u kinderen en gaat u uit elkaar? Als ouder bent u wettelijke verplicht een financiële bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van uw kind(eren) te leveren. U kunt samen met uw ex-partner afspraken maken over de kinderalimentatie. Maar hoe zit dat als u of uw ex-partner een nieuwe relatie krijgen? Is het mogelijk dat de nieuwe partner onderhoudsplichtig wordt voor uw kinderen?
Naast de juridische ouders, is het eveneens mogelijk dat er een onderhoudsplicht voor de stiefouder bestaat. Er moet dan wel zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
- De ouder en de stiefouder zijn een huwelijk of geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan;
- De minderjarige stiefkinderen moeten tot het gezin van de stiefouder behoren.
Wanneer behoort een kind tot het gezin?
Of een kind tot het gezin behoort, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit de rechtspraak blijkt wel dat het vereiste ‘tot het gezin behoren’ ruim moet worden uitgelegd. Of dit daadwerkelijk het geval is, kan per geval verschillend zijn.
Zo oordeelde het hof ’s-Hertogenbosch in 2015 dat het kind tot het gezin van de moeder behoort en niet tot het gezin van de vader en de stiefmoeder. Het hof betrok in haar oordeel dat het kind bij de moeder woont en daar staat ingeschreven. Verder stond vast dat er sinds 2013 geen contact meer was tussen de vader en het kind en dat de stiefmoeder het kind nooit heeft gezien. Het hof oordeelde dan ook dat de stiefmoeder niet onderhoudsplichtig was.
Het feit dat een kind in verband met zijn of haar studie niet meer thuis woont, betekent niet dat het kind niet meer tot het gezin behoort, aldus de Hoge Raad.
Verder oordeelde het hof Amsterdam in 2011 dat een kind dat uit huis is geplaatst, maar wel zijn juridische hoofdverblijfplaats bij de moeder en stiefvader heeft, behoort tot hun gezin.
Hoe zit het met de omvang van de onderhoudsverplichting?
In geval van samenloop tussen onderhoudsverplichtingen van ouders en stiefouders, is het uitgangspunt van de Hoge Raad dat deze onderhoudsverplichtingen in beginsel van gelijke rang zijn. De omvang van ieders onderhoudsverplichtingen hangt echter ook af van de omstandigheden van het geval. Als belangrijke factor speelt mee dat tussen de ouder en het kind een nauwere verwantschap bestaat dan tussen de stiefouder en het stiefkind.
Zo oordeelde het hof Amsterdam in 2017 dat er sprake was van regelmatig contact tussen de man en het kind en de stiefvader pas sinds juli 2015 de stiefouder van het kind is. Gelet op het voorgaande achtte het hof het geen redelijke verdeling dat de behoefte van het kind voor een groot deel voor rekening zou komen van de stiefvader. Het hof stelde het aandeel van de stiefvader vast op 1/3e deel en het overige 2/3e deel werd naar rato verdeeld tussen de ouders.
Andersom kan dit echter ook een relevant zijn. Zo oordeelde het hof ‘s-Hertogenbosch in 2018 dat de stiefvader voor 1/3e deel onderhoudsplichtig was, gelet op het feit dat de vader al jaren geen contact meer had met het kind, zodat hij feitelijk een vader op afstand was. Daartegenover vormt de stiefvader al sinds 2014 een gezin met de vrouw en het kind en oordeelde het hof dat de stiefvader een nauwere band had met het kind dan de vader.
Ook oordeelde het hof Amsterdam in 2016 dat de onderhoudsplicht van gelijke rang is. Het hof hechtte waarde aan het feit dat het kind sinds enige jaren in gezinsverband leeft met de stiefvader, dat zowel de vader als de stiefvader in staat zijn om volledig te voorzien in de kosten en dat de inkomens van de vader en de stiefvader nagenoeg gelijk zijn.
Hoe zit het met de samenwonende stiefouder?
De Hoge Raad heeft bepaald dat wanneer de ouder niet met de nieuwe partner is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft er geen onderhoudsverplichting bestaat voor de samenwonende stiefouder.
Afschaffing onderhoudsverplichting voor stiefouders in te toekomst?
Er ligt al geruime tijd een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer waarin wordt gepleit voor afschaffing van de onderhoudsverplichting voor stiefouders. Dit wetsvoorstel is echter al geruime tijd in behandeling en het is de vraag of dit wetsvoorstel zal worden aangenomen.